Esculaap : het teken is genoemd naar Aesculapius, de Romeinse benaming voor de Griekse god de de geneeskunde. Hij was van oorsprong een arts, die later werd vergoddelijkt en als zoon van de zonnegod Apollo werd gezien. In de tempels die ter ere van hem waren opgericht werd hij meestal afgebeeld met staf en kronkelende slangen. Priesterartsen hielde in de tempels slangen, die zij als het symbool van de levenskracht zagen. De slang in de esculaap staat symbool voor genezing, omdat dit dier zijn huid kan afwerpen, hetgeen staat voor herboren en genezing, maar ook door zijn beet de dood kan brengen. | |
Apothekers : Slang met schaal : dit waren van oudsher de attributen van Asclepios en van zijn dochter de goding Hygiaia. We werd gezien als de godin de gezondheid. Op afbeeldingen ziet met haar met een offerschaal voedsel en drank aanbieden aan de heilige slang. | |
Boer/Landbouwer : ouderwetse ploeg waarmee vroeger het land werd bewerkt | |
Hoefsmid : de smid bewerke het hoefijzer op het aambeeld | |
Jurist : de weegschaal als symbool van de rechtspraak. Het zwaard in het symbool kan ook weergegeven worde door een geblinddoekte vrouw (vrouwe justitia) | |
kapper : een schaar en kam | |
Metselaar : kan worden weergegeven door een troffel en een steenbeitel, maar soms ook door een haak, een steenbeitel, schietlood en een troffel | |
Muzikant: werd van oudsher weergegeven door klassieke instrumenten als een harp, een luit of een muziekstandaard. Ook harmonica's komen met regelmaat voor. Tegenwoordig zie je ook vaak moderne muziekinstrumenten als een gitaar of muziekbalken | |
Loodgieter : waterkraan, soldeerhamer/ijzer, vlam om het soldeerlood te smelten | |
Schilder : de (kunst)schilder werd van oudsher weergegeven door zijn schilderpallet | |
Smid : aambeeld, tang en hamer | |
Steenhouwer : passer, steenbeitel en de karakteristieke ronde hamer | |
| Timmerman ; wordt door gereedschap weergegeven als een hamer, zaag en boor, of zoals hier met een meetlat |